5/22/2020 0 Reacties Opa: "Waarom heb ik een naam?"![]() "Opa waarom heb ik een naam?" vraagt het kleinkind van een jaar of zes. "Als je een naam hebt, kan ik je roepen en dan kun je naar mij toe komen." Het kleinkind denkt even na. Opa gebruikt de korte stilte om verder uitleg te geven. "Als je met een vriendje of een vriendinnetje speelt, is het ook handig als je hem of haar bij de naam kunt noemen." Het kleinkind knikt bevestigend. "Maar opa ben ik dan mijn naam?" Opa glimlacht en zegt: "Nee, Je hebt een naam omdat dit handig is, daarom heeft iedereen een eigen naam. Jij bent veel meer dan jouw naam alleen." Het kleinkind denkt even na en zegt dan: "Maar wie ben ik dan? Ik kan ook best veel, zoals fietsen, tekenen, eten zonder morsen en al een beetje schrijven. Ben ik dat dan?" Opa glimlacht: "Dat kun je allemaal en hoort ook bij jou. Net zoals wat je lekker vindt om te eten en met wie je graag speelt. Voor mij ben jij: Vreugde, hoop, geloof, liefde, verwachting, blijdschap, mogelijkheden en nog veel meer." Opa kijkt even naar zijn kleinkind en gaat verder. "Al die dingen samen maken jou tot wie jij bent. Alles wat je graag doet, denkt en zegt, de kleding die je aan hebt." Het kleinkind luistert aandachtig en zegt: "Dat is veel!" Opa knikt: "Je bent alles wat je wilt zijn. Jij kunt kiezen." Het kleinkind staart even voor zich uit... "Maar ik weet nog niet wat ik allemaal wil. Nu ben ik zes, maar over een paar jaar ben ik ouder en wil ik misschien iets heel anders;" Zegt het kleinkind, terwijl het op schoot klimt. Opa knikt grinnikend: "Dat hoef je nu nog niet te weten, daar kom je vanzelf achter als je ouder wordt." Het kleinkind geeft opa een dikke knuffel. "Wil je nu een ijsje?" Vraagt opa tenslotte. Het kleinkind lacht en knikt bevestigend. "Kijk zo simpel is het leven, zo makkelijk is kiezen wat je wilt. Jij wilt nu een ijsje." Opa en kleinkind genieten samen van het ijsje... "Maar opa, jij heet Opa en bent opa." Opa knikt. "Dat is nou zo leuk aan opa zijn! Dat hebben alleen opa's en oma's."
0 Reacties
5/19/2020 1 Reactie Roodkapje en haar vriend de Wolf![]() Roodkapje en haar grote vriend de Wolf lopen graag samen door het bos. Niemand weet dat Roodkapje bevriend is met de Wolf en ook de Wolf houdt dat liever zo. Wolf wil namelijk zijn reputatie een beetje hooghouden. Wolf: "Ik wil geen knuffelhond of schoothondje genoemd worden, maar met Roodkapje knuffelen is wel erg fijn. Dit hoeft natuurlijk niemand te weten." Roodkapje durft ook niet over haar vriendschap met de Wolf te praten en al helemaal niet met oma: "Oma vertelt altijd zulke nare verhalen over boze wolven die oma's opeten. Dat snap ik niet, want Wolf lust geen oma's en ook geen kinderen trouwens." Wolf: "Klopt helemaal! Beiden lijken mij niet erg smakelijk. Ehhh... de koekjes van oma lust ik daarentegen wel heel erg graag." Roodkapje: "Toch jammer dat door bijvoorbeeld mijn oma die rare verhalen de wereld inkomen. Dat is slecht voor je reputatie." Wolf haalt zijn schouders op: "Mensen zijn angsthazen." foto: van Jana van Sanden foto: Jana van Sanden ![]() Roodkapje is pas zeven jaar. Zij is erg ondernemend en niet snel bang. Wolf voelt zich bovendien ook erg verantwoordelijk om Roodkapje te beschermen. Wolf: "Je weet immers nooit wat voor enge figuren er bijvoorbeeld in het bos rondlopen. Soms lopen er mannen met geweren rond en die gaan op herten, zwijnen en konijnen schieten. Je hebt zomaar verdwaalde kogels...Gek hoor, maar daar zijn de mensen dan weer niet bang voor. Raar!" Vanwege de verhalen van oma, is bijna iedereen bang voor de wolf. "Maar dat heeft ook zijn voordelen", meldt hij vrolijk. Roodkapje kent het bos op haar duimpje en het valt haar dan ook meteen op als er iets veranderd is. Roodkapje: "De familie uil heeft bijvoorbeeld net jongen gekregen, net als de eekhoorns. De ouders zijn dus erg druk in de weer om voor hun kroost te zorgen en dat is erg leuk om te zien." Wolf: "Ik hoop dat er binnenkort een wolvin hier in het bos komt wonen. Als ze me leuk vindt kunnen we ook samen welpjes krijgen." Roodkapje lacht en knuffelt Wolf even: "Jouw tijd komt nog." ![]() Roodkapje en wolf lopen verder: "Wolf, weet je waar ik me een beetje zorgen over maak?" Wolf schut zijn kop en kijkt Roodkapje vragend aan. "Er waren vanochtend drie mannen in het bos en die hebben een paar dozen in het verlaten huisje achtergelaten. Misschien zijn zij er nog." Van een afstand kijken wolf en Roodkapje naar het verlaten houten huisje. Het is stil, enkel de dierlijke bosbewoners zijn te horen. De twee lopen voorzichtig stapje voor pootje. Wolf is waaks en Roodkapje voelt de spanning in haar buik. Roodkapje is vastberaden: "Ik wil weten wat die mannen hebben neergezet. Hier zit een luchtje aan, Wolf!" Voorzichtig komen ze dichterbij. Het is duidelijk, de drie mannen met de paardenwagen zijn verdwenen. Roodkapje loopt behoedzaam naar de deur. Met kloppend hart in haar keel, probeert ze de deur te openen: "Raar Wolf, dat de deur niet eens op slot zit." foto: Jana van Sanden foto: Jana van Sanden ![]() Roodkapje loopt behoedzaam naar binnen. Wolf blijft waaks om zich heen kijken en houdt buiten de wacht. Roodkapje opent voorzichtig een doos en maakt voor de zekerheid een sprongetje achteruit. Er gebeurt niets. Roodkapje buigt voorover en kijkt over de rand van de doos. "Sieraden?" roept ze vol verbazing. Ze opent nu ook de ander dozen. "Nog meer sieraden!" "Wolf het zijn gewoon sieraden." Roodkapje gaat op het bankje zitten en stopt een aantal sieraden in haar mandje. "Wolf, ik neem wat sieraden mee om aan oma te laten zien." Wolf maakt een zacht grommend geluid en kijkt even om de hoek. Roodkapje doet snel de dozen weer dicht en gaat naar buiten. Wolf en Roodkapje rennen snel weg. Als ze achter een heuveltje zijn, stoppen ze even om uit te hijgen. Op dat moment horen ze in de verte paard-en-wagen. Wolf spitst zijn oren. "Ze komen deze kant op Wolf," fluistert Roodkapje. Wolf knikt begrijpend. ![]() Roodkapje gaat op haar buik liggen en kijkt richting het huisje. Ze ziet een bekend paard, het paard van de boswachter. "De zoon van de boswachter, die herken ik, en wie zijn de andere twee? Wolf snuift de geur op. Roodkapje: "Je ruikt iets Wolf ik zie het aan je." Opeens draaien de ander twee zich om richting Roodkapje en de wolf.. Roodkapje duikt weg. "Ik weet nu ook wie de anderen zijn, Wolf. De zoon van de burgemeester en de zoon van de dorpsagent." Vanachter de heuvel horen ze de jongens het huisje in gaan. "Nu moeten we snel wegwezen Wolf." Terwijl Roodkapje dit zegt, staat ze meteen op en rent een stuk verder het bos in. Na vijf minuten rennen, wandelen ze rustig verder. "We gaan samen naar oma, Wolf, en vertellen haar het hele verhaal. Ik weet zeker dat zelfs oma van jou gaat houden." Roodkapje en Wolf komen aan bij oma's huis. Oma is net aan het gamen. Zij probeert stiekem een hogere score dan Roodkapje te krijgen. Bij het zien van Roodkapje en haar vierpotige vriend, stopt oma meteen. Lichtelijk verward over wat ze waarneemt, poetst oma snel haar brilletje en zet het gehaast weer op. Met grote ogen kijkt ze recht in de ogen van Wolf... "Wie heb jij meegenomen Roodkapje?" Vraagt oma verschrikt terwijl ze haar schommelstoel wat naar achteren schuift. Roodkapje en Wolf vertellen het hele verhaal aan oma, zelfs dat ze al heel lang bevriend zijn. Roodkapje: "Wolf beschermt mij altijd." Wolf wil een goede indruk maken en voegt er nog even aan toe: "Ik lust trouwens geen oma's, maar ik ben wel dol op uw koekjes." Oma zucht, terwijl ze Wolf nog eens diep in de ogen kijkt; "Kom hier Wolf." Oma knuffelt Wolf intens en geeft hem een paar koekjes. Oma weet nog niet goed wat ze met het sieradenverhaal aan moet. Voor de zekerheid belt ze de pastoor. "Die heeft zeker geen zoon die erbij betrokken is." De pastoor komt meteen aanzetten en krijgt het hele verhaal te horen. Bij het bestuderen van de sieraden valt hem wat op; "Deze armband herken ik, die is van de vrouw van de bakker. Ze heeft hem altijd om als ze in de winkel staat. Vandaag vertelde ze mij dat deze uit haar huis gestolen is. Oma, Roodkapje en Wolf worden er stil van. Pastoor: "Wat erg dat deze jongens ons hebben bestolen, iedereen vertrouwde ze." Samen zorgen ze ervoor dat de dieven gepakt worden. De bakker en de pastoor zorgen er ten slotte voor dat de sieraden worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaren. Het verhaal over Wolf, als grote beschermer, gaat als een lopend vuurtje door het dorp. Uiteindelijk is niemand meer bang voor Wolf, zelfs oma niet. Roodkapje en Wolf wandelen samen nog veel in het bos en beleven nog veel meer avonturen. Oma geeft voortaan extra koekjes mee voor Wolf. Alle gebruikte foto's van Roodkapje en de Wolf zijn gemaakt door: Jana van Sanden
5/15/2020 0 Reacties De vennetjes in Wekerom![]() Een sage over het Wekeromse zand en het ontstaan van de vijf vennetjes... Een paar honderd jaar geleden woonden er in Wekerom een groot aantal boeren. Eén van die boeren had zeven dochters; zijn vrouw was inmiddels overleden. Ze waren arm en om eerlijk te zijn ook niet echt slim. De vader was een harde, liefdeloze man. Zijn dochters hadden genoeg te eten en een dak boven hun hoofd, maar liefde kregen ze niet. Ze kregen wel slaag en werden geregeld uitgescholden. De boer en de zeven dochters werden door de overige dorpsbewoners vermeden. Toen de oudste dochters de huwbare leeftijd bereikte, kwam er niemand om hun hand vragen. Zo werden ze ouder en, volgens de dorpsbewoners, ook minder aantrekkelijk. Op een koude winteravond klopte er een koopman aan om te vragen of hij de nacht mocht doorbrengen bij de boer. De boer die zijn volle koopmanskraam zag, bood hem meteen onderdak aan. De jongste dochter keek nieuwsgierig naar de kraam en wilde een laatje ervan opentrekken, om te kijken wat erin zat. De vriendelijke koopman gaf alle zeven dochters een klein geschenk en de boer gaf hij een geldstuk vanwege zijn gastvrijheid. De boer was gecharmeerd van zijn vrijgevigheid en rook meer rijkdom. Voor het slapen gaan benadrukte de koopman dat niemand het bovenste laatje mocht openmaken, want dat bracht ongeluk. De dochters en de vader vielen in een diepe slaap. Bij het kraaien van de haan werd iedereen wakker en zag de koopman meteen dat het bovenste laatje geopend was en dat de inhoud verdwenen was. De koopman zei voordat hij vertrok: "De verdwenen inhoud zal de onrechtmatige eigenaar ongeluk en verdriet brengen èn ... uiteindelijk zal deze sterven." Het ontvreemde was namelijk een gouden hart dat de dief koud en gevoelloos maakt. Binnen een paar dagen stierf de jongste dochter. De hebberige vader die een gouden hart verwachtte aan te treffen, sneed haar borstkas open, maar vond geen gouden hart. De boer heeft zijn jongste dochter op het Wekeromse zand begraven, daar waar spontaan na het ritueel een ven ontstond... De boer schonk er geen aandacht aan, maar hij bleef zich onrustig voelen en was nog steeds vol hebzucht. De twee oudste dochters wilden vluchten, omdat ze hun vader niet meer vertrouwden. Hij had een nog koudere blik in zijn ogen dan voorheen. De oudste wilde er samen met de overige vier zusters vandoor gaan. Weg van hun vader, weg van het geweld, naar een veilige plek. De vier jongste dochters wilden echter niet mee, ze bleven liever thuis bij hun vader. De oudste dochters die zich erg verantwoordelijk voelden, probeerden hun zusters nog te overtuigen. Maar zonder succes. De oudsten vertrokken 's nachts. Diezelfde nacht heeft de vader zijn overige vier dochters vermoord om te kijken of zìj een gouden hart hadden. Bij geen van de dochters bleek dit het geval. De vader heeft ook de vier dochters verspreid over het Wekeromse zand begraven. Zodra de overleden dochter was begraven ontstond ook op die plek, plotsklaps een ven. Daarom zijn er nog steeds vijf vennetjes op en rond de huidige Wekeromse zandverstuiving. Van de vader is overigens nooit meer iets gehoord. De gevluchte dochters hoorden dit vreselijke nieuws van een marktkoopman . Hij gaf de zusters een pakketje. "Maak dit thuis pas open. En leef eerlijk en liefdevol, zowel voor de natuur als voor je huiselijke omgeving. Dan zal dit pakketje jullie geluk brengen. Jullie vader is inmiddels gestorven en verdwenen. Het huis is leeg en het is vanaf nu van jullie. Dit pakketje zal jullie geluk brengen, omdat jullie het rechtmatig hebben gekregen." ![]() De zusters gingen terug naar huis en leefden eerlijk en liefdevol. Zo hielpen ze bijvoorbeeld mensen en dieren in nood. De zusters werden alom gerespecteerd en gewaardeerd en leefden, ondanks de gekwelde zielen, een gelukkig leven. de 5 vennetjes rond het Wekeromse zand Hieronder afbeeldingen gemaakt op het Wekeromse zand. ![]() De bloedsteen op landgoed Kernhem spreekt al generaties tot de verbeelding. En de verhalen achter deze steen zijn minstens even mysterieus als de steen zelf. Wat is nu het werkelijke verhaal achter deze steen? Volgens het gemeente-archief in Ede is daar niet een éénduidig antwoord op te geven. Landgoed Kernhem wordt al honderden jaren bewoond door een landheer, een graaf of een hertog. Om het landgoed heen wonen ook al eeuwen boeren en ambachtsmensen. Deze laatstgenoemde bewoners hebben een eigen natuurgeloof. Het verhaal gaat dat honderden jaren terug bij landgoed Kernhem bovenop de heuvel (op de huidige Doolhoflaan) een offersteen of inwijdingssteen lag. Deze steen wordt tegenwoordig; "De bloedsteen' genoemd. Deze grote platte steen ligt volgens sommigen sinds lange tijd meer heuvelafwaarts... Dit komt doordat een rijke dame in het verleden een chique doolhof wilde aanleggen waarvan de heuvel het middelpunt vormde. De steen lag voor dit plan, eigenlijk gigantisch in de weg. Dus hebben ze deze naar beneden geduwd, waar de steen nu nog steeds ligt. Een ander verhaal is dat deze kolossale steen te voorschijn is gekomen bij het grindgraven op de Doesburgerheide. De werkmannen wilden de Huidige "Bloedsteen" op het Kerkplein leggen, omdat het een indrukwekkend grote steen is. Deze sterke mannen duwden de steen richting het Kerkplein, maar de steen bleek te zwaar, of de afstand te groot. De mannen hebben de "Bloedsteen" bij de begraafplaats laten liggen, waar de Doolhoflaan (nog steeds) langs gaat. De begraafplaats werd uitgebreid in de jaren 30 van de vorige eeuw, De "Bloedsteen" lag hiervoor in de weg. Deze werd dus verplaatst, Volgens sommigen naar de huidige plek op de Doolhoflaan, midden in het bos. Een ander verhaal is dat in oktober 1962 de "Bloedsteen" opeens spoorloos is verdwenen. De boswachter geloofde eerst zijn eigen ogen niet. Later bleek dat studenten uit Wageningen de steen hadden meegenomen. Een stel nieuwelingen van de studentenvereniging had namelijk de opdracht gekregen deze steen ongemerkt te stelen en naar Wageningen te brengen. Als ontgroeningsstunt! De steen is uiteindelijk weer netjes teruggebracht en op de toenmalige plek teruggelegd. Waar trouwens niemand over twist, is dat als er bij volle maan 's nachts een speld in de "Bloedsteen" wordt gestoken, er bloed uit vloeit. Dit komt doordat er zoveel dierlijk en misschien wel menselijk bloed in zit vanwege de offers die in vroeger tijden op deze steen zelf werden volbracht. Is dit onzin? nee, want als je bij schemerlicht goed kijkt bij de steen, dan zie je er een bloedrode glans bovenop. En voor de mannen een waarschuwing... pas op bij volle maan, want dan zijn ook de witte wieven hier actief! (zie hiervoor het verhaal van de witte wieven). Hieronder het doolhof zoals het er ooit heeft uitgezien. Vandaag de dag zijn er enkel wat contouren waar te nemen. 4/29/2020 0 Reacties De Ganzenhoedster![]() Het verhaal van de ganzenhoedster (volgens Grimm) In een land hier ver vandaan woonde een koningin met een mooie lieve dochter. De prinses was inmiddels 18 jaar en zou naar haar toekomstige echtgenoot gaan, een kroonprins in een ander ver land. De koningin die zielsveel van haar dochter hield pakte mooie juwelen en veel goudstukken in, om haar een mooie bruidsschat mee te geven. Zwaar bepakt met alle kostbaarheden en in haar prachtige koninklijke kledij vertrok ze samen met een dienstmeid, die voor haar veiligheid mee reisde. Vlak voor vertrek deed haar moeder nog een paar druppeltjes bloed op een zakdoekje en benadrukte: "Stop dit bij je boezem, je zult het nodig hebben onderweg." De prinses was altijd een heel braaf meisje en deed wat moeder haar opdroeg. De prinses op haar favoriete paard, dat ook kon praten, en de dienstmeid op een veel eenvoudiger paard vertrokken nadat de prinses innig afscheid van haar moeder had genomen. Na een paar uur reizen kreeg de prinses dorst en vroeg aan de dienstmeid: "Haal water uit de rivier voor mij en laat mij het uit mijn gouden beker drinken". De dienstmeid antwoordde: "Doe het zelf maar! Kom maar van je paard af en haal zelf maar water uit de rivier." De dienstmeid verroerde geen vin en keek haar uit de hoogte aan. De prinses vertelde dat het echt haar taak was, maar de dienstmeid bleef weigeren. Uiteinde stapte de prinses van haar paard af en dronk uit de rivier. "Als je moeder dit hoort, vindt ze het echt ongehoord"", zei het pratende paard haar zachtjes. De sfeer was inmiddels minder prettig geworden tussen de prinses en de dienstmeid, en ze zetten de reis zwijgend voort naar het nieuwe koninkrijk... totdat de prinses na een paar uur weer dorst kreeg. Wederom sprak de prinses: "Dienstmeid pak mijn gouden beker en vul het met water uit de bron, dan kan ik drinken." De dienstmeid antwoordde: "Doe het zelf maar en doe je mooie kleding uit, die trek ik dan aan en ik ga ook verder op jouw paard." De prinses stapte timide van haar paard af om te drinken, De waterbron bleek enorm diep te zijn. Ze bukte diep om van het water drinken. Ze boog zover naar voren dat ze bijna viel. Het zakdoekje met de bloeddruppels van haar moeder gleed onderwijl uit haar boezem de bron in en vervolgens spoelde het weg. De dienstmeid lachte gemeen en zei: "Prima nu heb ik alle macht over jou. Trek je mooie kleding uit! Wij gaan van kleding en paard wisselen." Het paard zei: "Als je moeder dit hoort, vindt ze het ongehoord." De dienstmeid verzekerde de prinses ook dat ze dit aan niemand mocht vertellen, omdat het anders slecht met haar moeder zou aflopen. Zo gezegd, zo gedaan. De dienstmeid zag eruit als een prinses en de prinses was nog steeds beeldschoon, maar zij zag er we[ een stuk soberder uit in de eenvoudige kleding van de dienstmeid. Met deze verwisseling kwamen ze aan bij het kasteel van de toekomstige echtgenoot van de prinses. Vanwege de kleding dacht iedereen dat de dienstmeid de prinses was en zo werd ze ook behandeld. De echte prinses bleef beduusd achter. De koning had medelijden met het mooie meisje en ze mocht de ganzen helpen hoeden samen Hansje, de jongen die dat al deed. De volgende dag ging de beeldschone prinses in haar eenvoudige kleding de ganzen hoeden samen met Hansje, de jongen wiens taak dit al was. De prinses borstelde haar prachtige gouden haren terwijl ze in het gras zat, Hansje de ganzenhoeder wilde het haar van de prinses aanraken en een stuk van haar haar hebben. De prinses vond dit vervelend en zei: "Windje lief wees een dief, laat de hoed van Hansje dansen totdat mijn haren glanzen." De wind nam de hoed van Hansje mee en Hansje liep achter zijn hoed aan, totdat de haren van de prinses geborsteld waren. Dit herhaalde zich een aantal dagen. Inmiddels had de dienstmeid, die zich dus voordeed als prinses, het pratende paard laten slachten en het hoofd boven de dienstingang laten hangen. Zodoende moest de prinses elke dag langs haar geliefde overleden paard. De prinses groette telkens haar paard met: "Mijn lieve paard, wat hang je hier mooi". Het pratende paard antwoordde steevast met: "Als je moeder dit hoort vindt zij het ongehoord. Lieve prinses, dit zijn niet uw taken, dit zijn geen prinsessenzaken." De prinses antwoordde vervolgens weer: "Ach mijn lieve paard het leven neemt zijn eigen vaart". Hansje de ganzenhoeder vond dit vreemd en vertelde alles aan de koning. Van zijn vliegende hoedje en van het pratende paard boven de poort. De Koning was een man vol rechtvaardigheidsgevoel en hij wilde meer weten over dit vage verhaal. 's Morgens voordat de prinses en de ganzenhoeder samen op pad gingen, verstopte de koning zich bij de poort. De koning hoorde het gesprek tussen het paard en de prinses en zag later de prinses haar gouden haren kammen en Hansje achter zijn hoedje aan rennen. Die avond liet de koning zijn nieuwe ganzenhoedster (de prinses) bij zich komen en vroeg wat er nu precies aan de hand was. De prinses vertelde: "Dat mag ik niet zeggen, want dan gebeurt er iets heel ergs met mijn moeder". De koning dacht diep na en zei: "Vertel het aan de kast, ga maar in de kast zitten en vertel het hele verhaal". De prinses kroop in de kast en vertelde alles. De koning luisterde met aandacht. Vervolgens bracht hij de prinses naar een mooi koninklijk vertrek en zorgde dat een aantal van haar jurken bij haar gebracht werden. Die avond was er een groot feest en de prinses zat naast de kroonprins, die inmiddels ook het verhaal kende... Aan de ander kant zat de dienstmeid, in mooie kleding geblinddoekt. De koning vroeg de aandacht en richtte zich tot de nep-prinses: "Wat moet er volgens jou gebeuren met iemand die zich als prinses voordoet en dit eigenlijk niet is en, sterker nog, die de echte prinses als dienstmeid laat functioneren?" De nep-prinses antwoordde: "Die moet verbannen worden, in armoede leven en in lompen worden weggestuurd. Om vervolgens nooit meer een voet in het koninkrijk te zetten". En zo gebeurde het. De nep-prinses werd weggestuurd en de echte prinses trouwde met de prins en ze leefden nog lang en gelukkig. 4/23/2020 0 Reacties De Witte Wieven van Kernhem![]() De witte wieven spreken al honderden jaren tot de verbeelding en komen veel voor in volksverhalen. Met allemaal verschillende verhaallijnen. Soms met goede witte wieven, maar toch vaker met de gevaarlijke en bedreigende variant. Veelal komen deze verhalen voor in veen- en heidegebieden samengaand met dauw en grauwe mist. Elke regio heeft zo zijn eigen wittewieven verhaal. Zo is er ook een wittewieven verhaal dat zich afspeelt bij landgoed Kernhem (in Ede). Op de plek waar nu landhuis Kernhem staat, stond vroeger een klein kasteel waar hertog Reinald IV huisde met zeven bloedmooie hoogblonde dochters.... Het verhaal gaat dat één van de dochters verliefd was op een ridder. De ridder moest echter eerst naar het strijdveld om tegen het Sticht Utrecht te vechten voordat hij met haar kon trouwen. In die tijd vielen de hertogen van Gelre en de bisschoppen van Utrecht geregeld elkaars gebieden binnen om deze te plunderen en te verwoesten. De dappere ridder beloofde terug te komen en vertrok ten strijde, nadat de twee geliefden innig afscheid hadden genomen. Met een gebroken hart bleef de verliefde jonge vrouw achter. De blonde dochter van de hertog dreigde weg te kwijnen zonder haar geliefde. Uit wanhoop kon ze niet slapen en dwaalde ze 's nachts met haar witte nachtgewaad over de weilanden van het landgoed. Op zoek naar haar ridder, hopelijk terugkerend van zijn strijd. Er gingen jaren overheen en de ridder keerde niet meer terug. Ook de andere dochters zijn ongelukkig in de liefde en gingen met hun oudste zus mee: 's Nachts dwaalden zij allen over het mistige veld in hun witte nachtgewaden. De hertog overleed met een gebroken hart, omdat hij jarenlang zijn lieve dochters zo diep ongelukkig zag zijn. Als er een jongeman aanklopte omdat hij interesse had in één van de prachtige dochters liep het vaak op mysterieuze wijze slecht met hem af.... Zo ontstonden de verhalen in het dorp over de zeven zussen die in witte gewaden diep in de nacht rondzwierven. De zeven zussen doolden ook na de dood van hun vader over de mistige weilanden op landgoed kernhem rond en hadden het vooral op de jonge mannen gemunt die ze graag het leven zuur maakten of op mysterieuze wijze lieten verdwijnen.... Volgens omwonenden van kernhem zijn de witte wieven vandaag de dag nog regelmatig op het landgoed te zien.... vooral als er dauw of mist is. Dus jongemannen, wees gewaarschuwd! ![]() Gemeente Archief (gemeente Ede) Nummer:GA15783 tekening Beschrijving:Tekening van huize Kernhem in het jaar 1731 door Cornelis Pronk. Locatie:Ede, Kernhemseweg Datering:1731 Afmetingen:64 mm, 102 mm Auteur/fotograaf:Pronk, C. Hieronder Huize kernhem in zijn huidige staat 2020
4/6/2020 0 Reacties Het Paradijs in De SysseltHet Paradijs, de naam alleen al heeft mij altijd al tot de verbeelding gesproken. Het Paradijs bestaat ook echt. Het is een besloten veld met een paar grote bomen, omringt door struiken. Waar? Middenin het Sysseltsebos in Ede. De huidige Sysselt maakte deel uit van het vroegere Moftbos, dat aan de hertogen van Gelre toebehoorde. Het strekte zich uit over de westelijke stuwwal van de Zuid-Veluwe: Van de Rijn tussen Wageningen en Renkum tot Ede en de Renkumse Beek. Van dit grote bos heeft Arnold (Hertog van Gelre in 1427) een deel afgestaan dat later bekend zou worden als 'De Sysselt'. Het Gelders Landschap en Kasteelen (GLK) heeft de Sysselt in 1967 overgekocht.
Opgegroeid vlakbij het Paradijs, kwam ik er een paar keer per week, samen met vriendjes en vriendinnetjes, gewoon om te spelen. Als kind was ik er altijd op zoek naar de appelboom. Die er tot mijn grote verbazing niet was. Naderhand had ik bedacht dat ze deze vast omgehakt hadden om nog meer ellende te voorkomen. Christelijk opgevoed en bekend met de Bijbelse verhalen was het voor mij duidelijk, dat Adam en Eva daar rondgewandeld moeten hebben. Als ik daar speelde waren mijn vriendjes en ik altijd bedachtzaam op pratende slangen, het leek ons vreselijk om deze tegen te komen... Het Paradijs, was voor mij klimmen, klauteren, graven en het bouwen van hutten met takken die op de grond lagen. Uren hebben mijn buurtgenoten ik er door gebracht. Een plek als deze spreekt tot de verbeelding; niet alleen bij mij, maar bij veel mensen. Maar hoe is dit wonderlijke Paradijs nu eigenlijk ontstaan? Tot de 17de eeuw bestond Het Paradijs uit heide. Daarna volgde een lange periode van stuifzand, wat ontstond doordat in de 17de eeuw schaapherders uit het nabijgelegen Manen naar de Sysselt trokken om er hun schapen te laten grazen. Honderden schapen vertrapten de heide in het tussenliggende gebied tot zand. Met een zuidwestenwind ging het zand stuiven en belandde in de Sysselt. Op deze wijze zijn de stuifheuvels ontstaan die nu Het Paradijs vormen. Het huidige open dennenbos heeft zijn wortels zo'n 180 jaar geleden gekregen toen er dennen zijn gepland op de stuifheuvels om het zand op zijn plek te houden. |
AuthorMijn naam is Jacqueline Postma, ik vertel graag verhalen, verhalen met een boodschap, een moraal. Archives
Februari 2021
Categories |
Veluwseverhalenverteller Jacqueline Postma ...brengt de Veluwe tot leven...